Sleutel 33
Wel of geen schulden maken?
We leven in een schuldencultuur. Daarmee bedoel ik dat schulden hebben en schulden maken heel normaal zijn geworden. Misschien zijn we er wel gewend aan geraakt. Het is onderdeel van ons leven: we kopen een huis met een hypotheek, we studeren met een studentenlening en kopen een telefoon op afbetaling. In een tijd waarin de rente extreem laag is, lijkt er ook geen enkel probleem te zijn. Waarom zou je niet lenen?
Een rijke heeft macht over armen, wie leent, is de slaaf van wie uitleent. (Spreuken 22:7 NBV)
In Spreuken lezen we dat wie leent een slaaf is van degene die uitleent. In mijn eerste boek Gods Economie schreef ik hier al over: maak geen schulden, maar werk toe naar een situatie waarin je schuldenvrij bent. Maar hoe zit dat als ondernemer? Je business kan zo zijn opgezet dat je gewoonweg niet zonder vreemd vermogen kunt. Als je business kapitaalintensief is, kun je haast niet om geld lenen heen. Hoe moet je dit dan zien in het licht van deze tekst uit Spreuken 22?
Ik zie zelf een verschil tussen lenen als privépersoon en lenen als bedrijf. Voor je business heb je kapitaal, arbeid en productiemiddelen nodig. Het kan noodzakelijk zijn om daarvoor geld te lenen. Het meest ideaal is om dat zo min mogelijk bij de bank te doen, maar de realiteit is dat je daar niet altijd aan ontkomt.
God is onze Voorziener en wil voorzien in wat we nodig hebben, ook op het gebied van financiering en kredieten.
Als je geld moet lenen van de bank, besef dan dat het principe in Spreuken nog steeds van toepassing is. Door te lenen ga je een relatie aan met de bank, waarbij de bank het voor het zeggen heeft als het erop aankomt. De bank kan het krediet terugtrekken of besluiten het niet te verlengen. Dit kan grote invloed hebben op je business. Er zijn voorbeelden te over van relatief gezonde bedrijven die door het dichtdraaien van de kredietkraan failliet gingen. Realiseer je dus dat leningen je afhankelijk maken van degene die de lening verschaft.
Ook belangrijk is om je rechtsvorm in de gaten te houden. Als je een eenmanszaak of VOF hebt zou ik je adviseren geen schulden aan te gaan. Hoofdstuk 12 in mijn boek Gods Economie is dan van toepassing. Maar heb je een BV, dan is de situatie anders. Je privébezit is dan beschermd – mits je niet hebt meegetekend in privé. Je bedrijf kan dan wel afhankelijk (slaaf) worden van de bank, maar jij als persoon niet. Daarom maak ik zelf onderscheid tussen die twee rechtsvormen.
De belofte voor ons als kinderen van God is dat we zullen uitlenen en niet zelf zullen hoeven te lenen (zie Deuteronomium 28). Dat is het ideaal waarnaar we ons mogen uitstrekken. God is onze Voorziener en wil voorzien in wat we nodig hebben, ook op het gebied van financiering en kredieten.
Zelf heb ik ervoor gekozen om niet te lenen voor consumptieve goederen dus ook niet voor een auto of telefoon. Met betrekking tot vastgoed als investering ben ik ook conservatief en voorzichtig. Ik leen niet meer dan 50% bij de bank en maak een plan om dit snel af te lossen.
Tot slot nog iets over het lenen aan familie, vrienden en bekenden. Zij gaan dan een schuld bij jou aan, maar vaak leidt dit uiteindelijk tot ruzies en gebroken vriendschappen. Mijn advies is om het niet te doen. Help je familie door het geld als gift te geven of verwijs ze door naar de bank.
Benieuwd naar de hele sleutel? Lees de volledige sleutel in het boek ‘101 Sleutels’.
Meer sleutels ontdekken?
Via de onderstaande link vindt u de andere sleutel previews.